gitaarconcerten in het Concertgebouw
12 november 2011
Aanvang concert 20.15 uur
Kaarten voor dit concert
J.S. Bach (1675 – 1750)
Ciaccona in d BWV 1004
David Kellner (1670-1748)
Fantasia en Re Major
Fantasia en La Menor
Max Reger(1873 – 1916)
Suite #1 voor cello, op. 131
Prelude, Adagio, Fuga
pauze
Max Reger
Suite #3 voor cello, op. 131
Prelude, Scherzo, Andante con Variazioni
Feliu Gasull (1959)
El Castell del Moro Muesser (2004)
Carlo Domeniconi (1947)
Koyunbaba (1985)
*wijzigingen voorbehouden
Door Marlon Titre
Laura, kun je wat vertellen over je recente projecten?
Natuurlijk Marlon! Er zijn op dit moment twee hoofdprojecten in mijn artistieke leven: het maken van transcripties voor gitaar van het solorepertoire voor strijkinstrumenten van Max Reger en het opbouwen van repertoire voor mijn duo zang/gitaar. Dit laatste project is een samenwerking met mezzo-sopraan Frances Pappas en onze intentie is om hedendaagse componisten versies van onze favoriete liederen te maken voor gitaar en zang waarbij beide partijen een gelijkwaardige rol hebben. De componisten die aan dit project meewerken zijn Feliu Gasull, Stefan Hakkenberg en Helmut Jasbar.
Je werkt op dit moment aan een PhD weer in je onderzoek doet naar de manier waarop muziek van Max Reger op de gitaar kan worden gespeeld. Hoe ben je, als gitarist, zo verslingerd geraakt aan de muziek van Reger?
Het andere project waar ik aan werk is uiteraard mijn doctorale dissertatie die, zoals ik al vertelde, gaat over het transcriberen van werken Reger voor solo viool en cello voor de gitaar. Ik was diep onder de indruk van de cello suites toen ik jaren geleden een opname van Peter Wispelwey hoorde. Tegelijkertijd had ik het overweldigende gevoel dat deze muziek goed vertaald moest worden naar de gitaar.
Denk je dat de manier waarop je de muziek van Reger voor gitaar transcribeert afwijkt van de benadering die andere gitaristen kiezen?
Er zijn maar weinig gitaristen die tot dusver hebben geprobeerd een transcriptie te maken van deze muziek en, voor zover ik weet, gaat het dan vooral om de cello suites. Het feit dat ik vroeger ook cello speelde heeft mijn benadering van het transcriptieproces beïnvloed. Ik ben er langzamerhand van overtuigd geraakt dat om de articulatie en expressiviteit die in deze muziek besloten ligt uit te drukken een uitbreiding van de gitaartechiek nodig is. Ik wilde ook de relatie van de gitarist tot de stilistisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk onderzoeken rond 1915, het jaar waarin de meeste van de solowerken van Reger waar ik me mee bezig houd zijn geschreven. Tijdens mijn uitwerking van de details in de uitvoering van deze werken vond ik dat er in deze context behoefte is aan een beter systeem van symbolen voor vingerzettingen, omdat er voor veel van de articulaties en expressies geen symbool of teken voorhanden is om duidelijk te maken wat er van de uitvoerder verwacht wordt. De methodiek van de klassieke gitaar en de traditionele benadering van de historische uitvoeringspraktijk zit vol gaten en ik wil hier in mijn onderzoek iets aan veranderen.
Op welke manier denk je dat de werken van Reger een bijdrage kunnen leveren aan de klassieke gitaarwereld?
Deze stukken zullen het gitaarrepertoire uitbreiden door er substantiële werken aan toe te voegen, uit een periode waarin voor de gitaar veelal lichte en korte stukken werden geschreven door onder andere Tárregea, Llobet en Barrios. Er is bovendien ruimschoots gelegenheid voor ons om onze expressieve mogelijkheden op de gitaar te verruimen door de precieze muzikale aanduidingen in deze muziek met meer strengheid te benaderen en gebruik te maken van de historische uitvoeringspraktijk van violisten en cellisten die dit repertoire spelen. Veel van de muziek die Max Reger voor solo strijkinstrumenten schreef zijn geïnspireerd door de Solosuites van J.S. Bach. Deze werken van Reger werken naar mijn mening beter op de gitaar dan de Luitsuites van Bach, omdat het bijna niet nodig is om veranderingen in de noten aan te brengen, zoals dat wel nodig is in de vertaling van luitmuziek naar de gitaar. De romantische chromatiek, toonladders in sexten en tertsen, rijke harmonieën, sololijnen, arpeggiopassages, rijke en brede akkoorden maken het geweldig voor ons gitaristen om met deze muziek aan de gang te kunnen gaan! Er zijn 11 sonates, 3 cello suites, 3 altviool suites en 12 preludes en fuga’s. Niet al deze werken zijn even geschikt voor de gitaar, maar een groot aantal wel – het is een goudmijn!
Het feit dat we als gitaristen transcripties spelen kan ook leiden tot vragen over de positie van de klassieke gitaar in de klassieke muziekwereld. Hoe denk je over de rol van de gitaar in de klassieke muziek? En is deze rol in de loop der tijd veranderd?
Omdat er door gitaristen in de loop der jaren zoveel muziek van andere instrumenten is gestolen en uitgevoerd op een manier waar we toevallig zin in hebben heeft men ons niet serieus genomen. Dat is het gevolg van een gebrek aan een correct benadering van de muziek door gitaristen. Ik ben ervan overtuigd dat dit nu aan het veranderen is: Tilman Hopstocks geweldige transcriptie van de Bach suites heeft eindelijk een niveau van serieusheid toegevoegd aan het idee van een historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk. Ook het werk van de gitaristen Hubert Käppel, David Russel zijn hier het vermelden waard, evenals Walter Despalj, de Kroatische cellist die net een transcriptie van de cello suites voor gitaar heeft gemaakt- het zal geweldig voor ons zijn als deze worden gepubliceerd!
Je bent gitaarprofessor aan de Escola Superior de Música de Catalunya (ESMUC ) in Barcelona waar je een actieve gitaarklas hebt. Hoe zou je je visie op het lesgeven willen omschrijven?
Mijn studenten helpen me bij mijn PhD: ik kan de expressieve technieken waar ik aan werk op hen uitproberen – niet alleen door ze ernaar te laten luisteren, maar ook door in praktische zin uit te leggen waar ik mee bezig ben. Het is interessant te zien hoe snel ze deze nieuwe ideeën waarin aandacht voor niet uitgeschreven muzikale expressiviteit centraal staat, toe kunnen passen in hun eigen repertoire. De “techno-muzikale” gereedschappen waar ik mee werk zijn relatief toegankelijk voor de studenten Ze begrijpen dat het belangrijk is aandacht te schenken aan de expressieve details.
Hoe bereid je je voor op een concert?
Ik besteed veel tijd aan het doornemen van de muziek zonder de gitaar in de hand. Dit is vooral gevolg van het feit dat mijn tijd zeer beperkt is en er van alles gebeurt in mijn leven. Ik probeer niet te veel te studeren op de dag van het concert en ik besteed meer tijd aan het mentaal en visueel doornemen van de muziek dan echt te spelen. Ik zorg er ook voor dat ik me in fysiek opzicht op mijn gemak voel op het podium. Dit betekent dat ik voor lage en comfortabele stoelen kies! Ik probeer me geen zorgen te maken om de akoestiek in de zaal door uitvoerig te soundchecken – de zaal is ofwel fantastisch ofwel niet, je er zorgen over maken verandert daar niets aan. Zelfs de beste zalen veranderen behoorlijk wanneer ze gevuld zijn met publiek. Daarom zie ik er weinig heil in te bepalen wat ik van de zaal vind als ze leeg is! Ik zing veel en doe ademoefeningen terwijl ik in de kleedkamer wacht – dat ontspant me behoorlijk en maakt de organisatoren erg nerveus!
Heb je, tenslotte, nog een tip of advies voor lezers?
Ik merk dat ik het in elke masterclass heb over het belang van zingen. Dat is geen grap, want het lijkt alsof de meeste gitaristen zo geblokkeerd raken door de fysieke moeilijkheid van het spelen dat ze vergeten dat het de bedoeling is dat we een lyrische melodie laten horen en onszelf tegelijkertijd begeleiden. Ik studeer het melodische materiaal altijd apart in en voeg de rest later toe. Anders klinkt alles zo verward, de begeleidende stemmen komen terecht in de melodie en zowel uitvoerder als luisteraars raken de weg kwijt! Ten tweede, luister naar uitvoeringen van de originele instrumenten als je een stuk speelt dat voor een ander instrument is geschreven. Ten derde, de beste manier om een idee te krijgen van historische uitvoeringspraktijk is te luisteren naar opnames van historische geïnformeerde uitvoeringen. Inleving in de muzikale gebaren die nooit geheel in de partituur kunnen worden aangegeven is de eenvoudigste en meest effectieve manier om deze muzikale gebaren in ons expressieve spel op te nemen.
Meesters op de gitaar bestaat sinds 1986 en werd van 1998 tot februari 2023 geprogrammeerd door gitariste Esther Steenbergen en gitaarbouwer Otto Vowinkel.
Met ingang van seizoen 23/24 behoort de serie tot de Eigen Programmering van Het Concertgebouw. Bekijk de serie .